Advies 614: Na twee intrekkingen verliest ondernemer derde aanbesteding
De aanbesteder heeft tweemaal een Europese openbare aanbestedingsprocedure ingetrokken wegens procedurele gebreken. De klacht ziet op een derde Europese openbare aanbestedingsprocedure voor het sluiten van een raamovereenkomst met één ondernemer voor de levering van schoolmeubilair. De klacht ziet op de inrichting van de derde aanbestedingsprocedure en de beoordeling van de inschrijving van de ondernemer. De Commissie acht de klacht ongegrond.
De Commissie stelt vast dat de klacht van de ondernemer in de kern niet ziet op de intrekking van de twee eerdere aanbestedingen. De Commissie kan zich overigens goed voorstellen dat de ondernemer, aan wie eerst tweemaal de opdracht was gegund, zich benadeeld voelt nu hij in de derde aanbesteding met een minder goede beoordeling en een afwijzing van zijn inschrijving wordt geconfronteerd. Waar het de ondernemer bij zijn klacht om gaat, is het aanzienlijke verschil in beoordeling op kwalitatieve (sub)gunningscriteria van zijn inschrijving in de tweede en derde aanbestedingsprocedure.
Naar het oordeel van de Commissie heeft de aanbesteder voldoende aannemelijk gemaakt dat de derde aanbesteding op diverse punten is gewijzigd ten opzichte van de tweede (ingetrokken) aanbesteding en dat die wijzigingen het verschil in de beoordeling van de inschrijvingen van de ondernemer kunnen verklaren. Daarbij neemt de Commissie in aanmerking dat de ondernemer in zijn inschrijving blijkbaar onvoldoende rekening heeft gehouden met de wijzigingen. Op basis van hetgeen partijen hebben aangevoerd, komt de Commissie tot het oordeel dat de motivering van de gunningsbeslissing deze beslissing kan dragen. Dat sprake is geweest van “sturing vanuit de aanbestedende dienst (…) van de gunning richting de goedkopere inschrijver met een lokale vestiging” heeft de ondernemer niet aannemelijk gemaakt. Daarmee acht de Commissie de klacht van de ondernemer ongegrond.
Ten overvloede merkt de Commissie het volgende op. Het op voorhand uitsluiten van iedere vergoeding van inschrijfkosten in geval van laattijdige intrekking van een aanbestedingsprocedure is niet in overeenstemming met Voorschrift 3.8 B Gids Proportionaliteit. Een ondernemer dient daarover echter al vóór inschrijving bij de aanbestedende dienst te klagen.