Advies 515: Bekendmaking weging en formules nadere gunningscriteria

De klacht ziet op een Europese niet-openbare aanbesteding voor een overheidsopdracht voor de uitwerking van het bestek met werktekeningen door een voorgeschreven architect, de sloop en de bouwkundige- en installatietechnische uitvoeringswerkzaamheden ten behoeve van de nieuwbouw van een gemeentehuis. Het ARW 2016 is op deze procedure van toepassing verklaard.

Klachtonderdeel 1

De brancheorganisatie stelt dat de aanbesteder het gewicht van de kwalitatieve gunningscriteria heeft gewijzigd door in de gunningsleidraad een veel lager gewicht toe te passen dan was bepaald in de selectiefase. Tevens klaagt zij dat de aanbesteder daarmee te laat het gewicht van de kwalitatieve gunningscriteria heeft bekendgemaakt. 

De Commissie is van oordeel dat de in de aankondiging en de selectieleidraad bekendgemaakte percentages weinig zeggen over de werkelijke gewichten van kwaliteit en prijs. Die werkelijke gewichten worden immers in sterke mate mede bepaald door de formules die worden gebruikt om de totaalscore te bepalen. Deze formules heeft aanbesteder pas in de gunningsleidraad bekendgemaakt.

Naar het oordeel van de Commissie heeft aanbesteder het relatieve gewicht van de nadere gunningscriteria dan ook nog niet daadwerkelijk bekendgemaakt ten tijde van de aankondiging. Pas in de gunningsleidraad heeft aanbesteder de weging van de nadere gunningscriteria bekendgemaakt. Daarmee handelt aanbesteder in strijd met (de toelichting op) artikel 3.6.4 ARW 2016. De Commissie acht klachtonderdeel 1 dan ook gegrond.

Klachtonderdeel 2

De brancheorganisatie klaagt verder dat aanbesteder zonder (deugdelijke) motivering is afgeweken van Voorschrift 3.9 C van de Gids Proportionaliteit door een aanzienlijk aantal afwijkingen op de UAV 2012 in het bestek op te nemen.

De Commissie constateert dat aanbesteder door een architect een Definitief Ontwerp heeft laten vervaardigen. Met de onderhavige overheidsopdracht beoogt aanbesteder vervolgens aan een opdrachtnemer op te dragen: het op basis van één overeenkomst uitwerken van het Definitief Ontwerp tot een bestek met werktekeningen en het vervolgens op basis daarvan uitvoeren van de sloop en de bouwkundige en installatiewerkzaamheden. De Commissie is van oordeel dat daarmee in essentie sprake is van een geïntegreerd contract. Dat de opdrachtnemer met het oog op de uitwerking van het Definitief Ontwerp tot een bestek met werktekeningen gebruik moet maken van de diensten van een voorgeschreven architect en in dat kader het contract met deze architect van aanbesteder moet overnemen, doet aan het voorgaande niet af: in de aanbestedingsstukken is immers bepaald dat de opdrachtnemer jegens aanbesteder de verantwoordelijkheid draagt voor de bedoelde uitwerking. Aan het voorgaande doet evenmin af dat aanbesteder in de aanbestedingsstukken heeft bepaald dat gedurende de fase van uitwerking van het Definitief Ontwerp tot een bestek met werktekeningen in bouwteamverband zal worden gewerkt.

De UAV 2012 zijn paritair opgestelde voorwaarden die enkel de uitvoering van werken en technische installatiewerken betreffen. De UAV 2012 zijn dus geen algemene voorwaarden voor de onderhavige situatie waarin sprake is van een geïntegreerd contract. Daarmee wijkt aanbesteder – anders dan de brancheorganisatie stelt – niet af van Voorschrift 3.9 C Gids Proportionaliteit door de UAV 2012 zonder deugdelijke motivering niet integraal over te nemen. De Commissie acht klachtonderdeel 2 dan ook ongegrond.

Ten overvloede merkt de Commissie nog het volgende op. Ook voor geïntegreerde contracten bestaan paritair opgestelde voorwaarden: de Model Basisovereenkomst (MBO) met bijbehorende UAV-GC 2005. Aangezien de brancheorganisatie niet heeft geklaagd dat aanbesteder op basis van Voorschrift 3.9 C Gids Proportionaliteit de MBO met UAV-GC 2005 integraal had moeten toepassen of een afwijking daarvan had moeten motiveren, laat de Commissie deze mogelijke inbreuk op artikel 1.10, lid 4, Aw 2012 verder onbesproken.

Aanbeveling

De Commissie beveelt aanbestedende diensten aan om ook bij een Europese niet-openbare procedure waarop het ARW 2016 niet van toepassing is, de weging van de nadere gunningscriteria reeds ten tijde van de aankondiging bekend te maken. Daarbij beveelt de Commissie aan niet te volstaan met de weergave van een percentage per gunningscriterium, maar tevens de formule(s) bekend te maken waarmee de totaalscores zullen worden berekend (zie in dat kader meer uitvoerig 5.5.13, 5.5.17-5.5.19 hierna).

Indien de in paragraaf II.2.5 van de aankondiging van de opdracht voor de weging van de nadere gunningscriteria ingevulde getallen niet overeenstemmen met de werkelijke weging, omdat deze slechts zijn ingevuld om een aankondiging te kunnen doen, beveelt de Commissie aan om dat in paragraaf VI.3 (“Nadere inlichtingen”) van de aankondiging duidelijk te maken (zie in dat kader meer uitvoerig 5.5.19 hierna).