Advies 426-II: Bonus/malus- en boeteregeling disproportioneel en niet transparant?
In dit tweede deel van Advies 426, met betrekking tot klachtonderdeel 9, staat de bonus-malus regeling bij de aanbesteding van Wmo-vervoer ter discussie. Die regeling omvat een groot aantal boetes en malussen, wat volgens klager disproportioneel is. Klager heeft een berekening gemaakt die neerkomt op een verwachte malus/boete van vele miljoenen euro per jaar. Aanbesteder meent dat die berekening is gebaseerd op verkeerde uitgangspunten.
De Commissie overweegt dat in zijn algemeenheid voor boetes en malussen het volgende geldt:
1. De regeling moet transparant zijn;
2. De regeling moet proportioneel zijn; en
3. De regeling zou niet meerdere sancties voor dezelfde tekortkoming moeten bevatten.
De Commissie merkt op dat de regeling bijzonder complex is en beveelt aan om bij opdrachten als de onderhavige de regeling zo eenvoudig mogelijk te houden.
De Commissie overweegt dat de berekeningen van klager niet realistisch zijn, onder meer omdat hierbij geen rekening is gehouden met de contractbepaling dat de malussen en boetes gemaximeerd zijn tot 10% van de jaarlijkse omzet. Klager komt met haar berekeningen tot wel 83% van die jaarlijkse omzet.
Ook de inschatting van een boete van € 4.500.000, overeenkomend met 90.000 tekortkomingen is naar het oordeel van de Commissie niet realistisch en zij merkt op dat de opdrachtnemer dat risico kan beheersen.
Klachtonderdeel 9 wordt derhalve ongegrond verklaard.