Advies 387: Discriminerende en disproportionele eisen aan verpakkingseenheden van kantoorartikelen?
Europese openbare aanbesteding voor het sluiten van een raamovereenkomst voor levering van kantoorartikelen. In het bestek zijn verpakkingseenheden voor de diverse kantoorartikelen voorgeschreven en luidt een eis dat daarvan hoogstens 50% van mag worden afgeweken. Verder moeten sommige artikelen per stuk worden aangeboden. Geklaagd wordt dat door die eisen de huidige leverancier bevoordeeld wordt.
De Commissie overweegt dat beklaagde de verpakkingseenheden heeft gevraagd die de zittende leverancier leverde, met een mogelijkheid om met 50% af te wijken. Uit de gestelde vragen en antwoorden in de tweede en derde Nota van Inlichtingen blijkt dat voorgaande vereisten voor twee potentiële inschrijvers, met uitzondering van de zittende leverancier, problematisch zijn in de gevallen dat zij slechts verpakkingseenheden kunnen leveren die meer dan 50% groter zijn dan is uitgevraagd. Uit de reactie op klachtonderdeel 2 leidt de Commissie af dat beklaagde slechts één geldige inschrijving heeft ontvangen en dat deze afkomstig is van de zittende leverancier.
Voor potentiële inschrijvers, zijnde groothandelaars, zijn de verpakkingseenheden die zij binnen hun productassortiment hanteren niet eenvoudig te wijzigingen in het kader van een concrete aanbestedingsprocedure. Concurrenten van een zittende leverancier worden dan ook op achterstand gezet, indien in een aanbestedingsprocedure de verpakkingseenheden van de zittende leverancier (met een beperkte afwijkingsmarge) worden vereist. De Commissie is dan ook van oordeel dat beklaagde met dit vereiste de raamovereenkomst heeft toegeschreven naar de zittende leverancier en daarmee in strijd heeft gehandeld met het beginsel van gelijke behandeling.
De Commissie overweegt verder dat een aanbestedende dienst ter stimulering van innovatie, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid, als zogenoemde ‘launching customer’ nieuwe en van de standaard afwijkende producten kan uitvragen die op dat moment alleen nog maar door één of enkele ondernemingen worden geleverd. In casu doet zich dat hier echter niet voor, zodat de Commissie de eis ten aanzien van de verpakkingseenheden disproportioneel acht.