Advies 367: Heeft klager voldoende proactief gehandeld? Zijn de door klager gestelde integriteitsschendingen tijdig aangekaart?
Europese openbare aanbesteding voor een raamovereenkomst met meerdere ondernemingen voor het organiseren van handelsmissies en logistiek management voor deelname aan beurzen.
Klager stelt in het recente verleden vele bewijzen en sterke aanwijzingen van fraude en overtredingen te hebben, die zich binnen de organisatie van beklaagde zouden hebben voorgedaan in het kader van een eerder inkoop- en aanbestedingsproces. Klager heeft niet ingeschreven op de aanbesteding omdat zij verwacht dat de beoordelaars van beklaagde vooringenomen tegen haar zijn. Sinds 2013 heeft klager een groot aantal misstanden en overtredingen ter attentie van beklaagde gebracht. Beklaagde heeft hier niet alleen niets mee gedaan, zij heeft deze misstanden en overtredingen actief in de doofpot willen stoppen, aldus klager.
De Commissie overweegt onder meer dat klager vraagt om een oordeel over gedragingen van (medewerkers van) beklaagde waarvan zij verwachtte dat die in de onderhavige aanbestedingsprocedure zouden plaatsvinden, gegeven de ervaringen die zij in het verleden heeft opgedaan. Daarmee komt de klacht voor behandeling in aanmerking.
De Commissie overweegt dat klager weliswaar vragen heeft gesteld, maar dat beklaagde ten tijde van de vragenronden niet hoefde te begrijpen dat de door klager gepercipieerde integriteitsproblemen de basis vormden voor haar verwachting dat beklaagde bij de uitvoering van de onderhavige aanbestedingsprocedure in strijd met de beginselen van aanbestedingsrecht in het nadeel van klager zou gaan handelen. Nu die verwachting van klager de kern van haar klacht vormt, is de Commissie van oordeel dat zij haar bezwaren niet tijdig aan beklaagde kenbaar heeft gemaakt en wordt de klacht ongegrond verklaard.
Ten overvloede overweegt de Commissie nog dat klager er in beginsel van moet uitgaan dat beklaagde, ondanks de slechte ervaringen van klager, in een nieuwe aanbestedingsprocedure een professionele houding zal aannemen en daarbij de beginselen en regels van de Aanbestedingswet 2012 in acht zal nemen. Wanneer beklaagde dat onverhoopt niet zou doen, staat het klager vervolgens vrij daar tegen op te komen in een klachtprocedure bij de Commissie of in een procedure bij de rechter.