Advies 270: Te summiere beschrijving gunningscriteria is in strijd met transparantiebeginsel.

Europese openbare aanbesteding voor de verwerking van huishoudelijk restafval en grofvuil. Geklaagd wordt over twee dingen:
1. de gunningscriteria Duurzaamheid en Flexibiliteit zijn onvoldoende transparant; en
2. beklaagde is voornemens het gunningscriterium Duurzaamheid op discriminatoire wijze toe te passen.

De Commissie overweegt dat in artikel 1.9 lid 1 Aw 2012 is bepaald dat een aanbestedende dienst transparant dient te handelen. Zoals ook blijkt uit overweging 6.1.5 van Advies 81 van de Commissie, is deze verplichting ten aanzien van kwalitatieve gunningscriteria in de jurisprudentie als volgt geconcretiseerd. Het is van belang dat (i) het voor een inschrijver volstrekt duidelijk is wat van hem wordt verwacht, (ii) de inschrijvingen aan de hand van een zo objectief mogelijk systeem worden beoordeeld, en (iii) de gunningsbeslissing zodanig inzichtelijk wordt gemotiveerd dat het voor de afgewezen inschrijvers mogelijk is om de wijze waarop de beoordeling heeft plaatsgevonden te toetsen.

Bij het gunningscriterium “Flexibiliteit” heeft beklaagde in de Aanbestedingsleidraad als voorbeeld genoemd dat gedacht kan worden aan de telefonische bereikbaarheid om in geval van calamiteiten oplossingen te bespreken en aan te pakken, de mogelijkheid van opening buiten de gestelde openingstijden en daar in een aanvulling op de Nota van Inlichtingen aan toegevoegd dat het ook kan gaan om (on)verwachte gebeurtenissen. Naar het oordeel van de Commissie heeft beklaagde met die aanwijzingen in de basis weliswaar geprobeerd inzicht te geven aan de inschrijvers wat van hen werd verwacht voor wat betreft het gunningscriterium “Flexibiliteit”, maar zijn die aanwijzingen te summier. Beklaagde had dat euvel kunnen verhelpen door in haar beoordelingssysteem aspecten te noemen waarop zij de inschrijvingen voor wat betreft het gunningscriterium “Flexibiliteit” zou gaan beoordelen en door daarbij enige aanwijzing te geven hoe zij dat zou gaan doen. Beklaagde heeft echter per te behalen score van 0, 2, 6, 8 of 10 punten slechts met één of twee woorden aangeduid wat de betekenis van die score is. De Commissie is van oordeel dat dit in ieder geval te summier is. Daarmee heeft beklaagde naar het oordeel van de Commissie niet alleen niet voldaan aan voorwaarde (ii), maar heeft zij ook het hiervoor bedoelde euvel niet verholpen waardoor zij evenmin heeft voldaan aan voorwaarde (i).

Bij het gunningscriterium “Duurzaamheid” heeft beklaagde in de Aanbestedingsleidraad als voorbeeld genoemd dat gedacht kan worden aan op welke wijze er scheidingsresultaat wordt behaald bij de verwerking, de maatregelen die men treft om dit in de nabije toekomst te verbeteren en daar in de aanvulling op de Nota van Inlichtingen aan toegevoegd dat het te bereiken einddoel is om door een zo goed mogelijke scheiding bij de eindverwerker een optimale bijdrage te leveren aan het doel van de rijksoverheid om tot 75% hergebruik/recycling te komen. Naar het oordeel van de Commissie is ook dit te summier en wordt dat euvel evenmin verholpen door de uitwerking van het beoordelingssysteem waarmee beklaagde de inschrijvingen voor wat betreft het gunningscriterium “Flexibiliteit” heeft beoordeeld. Net als bij het gunningscriterium “Flexibiliteit” is het bij het gunningscriterium “Duurzaamheid” immers in onvoldoende mate mogelijk om bij het beantwoorden van de vraag in te spelen op de wensen van beklaagde omdat er geen duidelijke beschrijving is van de aspecten die meewegen bij de beoordeling. Met betrekking tot het gunningscriterium “Duurzaamheid” is dus evenmin voldaan aan de voorwaarden (i) en (ii).

Het eerste klachtonderdeel wordt gegrond verklaard.

Aangezien de Commissie bij de behandeling van klachtonderdeel 1 heeft vastgesteld dat beklaagde geen duidelijk beoordelingskader voor het gunningscriterium “Duurzaamheid” heeft bepaald, is niet vast te stellen of – zoals klager stelt – beklaagde een voorkeur heeft voor (na)scheiding. Het tweede klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard.