Advies 121: Is sprake van een uitbreiding van de precontractuele waarschuwingsplicht en is dat toelaatbaar?
Nationale openbare aanbestedingsprocedure. Kan van inschrijvers gevraagd worden een opgave te doen van onvoorziene gebeurtenissen (in de zin van: onvoorziene omstandigheden)? Staat dit (sub-) gunningscriterium in een redelijke verhouding tot het voorwerp van de opdracht? Wordt door de te nemen beheersmaatregelen voor rekening van de opdrachtnemer te laten komen, afgeweken van de risicoverdeling zoals die is opgenomen in de toepasselijke UAV 2012 en Voorschrift 3.9A van de Gids Proportionaliteit? Werkt dat onnodig kostenverhogend? Is het in het kader van de gunning toegestaan om te eisen dat, op straffe van uitsluiting, een minimaal aantal punten moet worden gehaald? (1.13 lid 1 jo. lid 2 sub f AW 2012. Is het toegestaan inschrijvers te vragen een opgave te doen van onvoorziene (in de zin van: niet beschreven) werkzaamheden, waarbij een (fictieve)korting korting op de aanneemsom wordt gegeven als deze werkzaamheden niet worden voorzien? Worden, door hantering van dit systeem, fouten waarvoor de aanbesteder verantwoordelijk is bij de opdrachtnemer gelegd? Is sprake van een uitbreiding van de precontractuele waarschuwingsplicht en is die toelaatbaar? Laat Voorschrift 3.9 A van de Gids Proportionaliteit zich in casu lastig toepassen?